Wethouder Marianne Steijn: ‘Mensen moet je koesteren’

03 april 2018
Aandacht voor elkaar

Wethouder Marianne Steijn: ‘Die kloof tussen politiek en inwoners, daar ga ik wat aan doen. Benaderbaar zijn, verbindingen leggen en gaan voor een sociaal en betrokken Velsen.'

Open, eerlijk, nieuwsgierig en benaderbaar. Met deze houding en een frisse blik is de kersverse PvdA-wethouder aan haar klus begonnen. 'Ik vind zelf dat ik de meest belangrijke portefeuille heb binnen het college. Welzijn, zorg, gezondheid, onderwijs, werk en inkomen, sociaal domein; het gaat over ons allemaal.'

'Met mijn nieuwsgierige houding verzamel ik veel informatie en ga ik aan de slag om daadkrachtig te zijn. Mijn portefeuille kent zoveel verschillende thema’s, waar ik overal lijntjes tussen wil maken. Ze hebben namelijk allemaal raakvlakken. Die wil ik benutten. Als voorbeeld noem ik een buurtborrel of buurt-BBQ. Die kunnen heel goed eenzaamheid bij buurtbewoners tegengaan en voor nieuwe vriendschappen zorgen. Dat is het lijntje tussen welzijn en zorg. Dat soort verbindingen, daar ben ik naar opzoek!'

Kloof overbruggen

'Gelukkig heb ik daar vier jaar de tijd voor. Want ik zie het als mijn taak om een stempel te drukken op de sociale betrokkenheid van de Velsenaren. Inwoners staan nu te ver af van de politiek en soms ook van elkaar. Mensen zijn het grootste kapitaal, die moet je koesteren. Als we in Velsen willen zorgen voor sterke wijken, dan horen daar sterke mensen bij. Dat bereiken we alleen door mensen in hun kracht te zetten of te houden. Door in ze te investeren en hen kansen te geven.'

'Ook statushouders in onze gemeente verdienen die kans. Door hen uit te nodigen voor allerlei activiteiten in de buurt zoals koken of sporten, zullen zij veel sneller integreren en inburgeren. En omdat ik helemaal niet van het hokjes-denken ben, vind ik ook dat je deze leuke activiteiten breder in kunt zetten. Denk aan ouderen, jongeren, mensen die eenzaam zijn. We kunnen veel meer voor elkaar betekenen dan we vaak denken.'

Ruimte tussen regels

'Mijn grootste uitdaging is om de wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de participatiewet zodanig uit te voeren dat ze ook daadwerkelijk bijdragen aan de bedoeling van de wet. De Wmo zorgt ervoor dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en meedoen in de maatschappij. De Participatiewet is er om mensen die niet makkelijk een baan vinden, of mensen die begeleiding of ondersteuning nodig hebben voor een zinvolle daginvulling te helpen. In de praktijk betekent het dat er zoveel regeltjes en wetten zijn die daarbij in de weg kunnen staan. Vanuit de gemeente krijgen onze inwoners nogal eens ‘nee dat kan niet’ te horen. Dat kan echt beter. Er is altijd ruimte te vinden tussen de regeltjes. Laten we ondanks regels proberen dingen mogelijk maken. Alleen zo worden mensen weer zichtbaar. Laten we als gemeente het lef hebben om deze mensen mogelijkheden te bieden. Daar strijd ik voor!'

‘Ik ben niet van het hokjes denken.’