Toelichting op de verordening winkeltijden Velsen 2025
Wilt u uw winkel langer open houden dan de vastgestelde openingstijden? Daar moet u toestemming voor vragen. U vraagt dan aan om te mogen afwijken van de openingstijden. Wij noemen dat een ontheffing winkeltijden. U krijgt dan te maken met de regels uit de verordening winkeltijden Velsen 2025. Onderstaande toelichting legt per artikel uit wat deze regels inhouden.
Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit artikel zijn de meest voor de hand liggende begripsbepalingen opgenomen. Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Hier is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.
In de verordening worden feestdagen niet meer apart genoemd. De feestdagen, behalve 4 mei, vallen nu onder de algemene vrijstelling van artikel 2 van de verordening.
Het begrip incidentele avondopenstelling houdt in dat een winkel of voorziening incidenteel gebruik kan maken van een ontheffing. De ontheffing regelt een verruiming van de openingstijden zoals deze zijn opgenomen in de algemene vrijstelling. Voorwaarden voor deze ontheffing zijn verder opgenomen in artikel 3 van de verordening. Met een voorziening worden standplaatsen bedoeld.
Het begrip structurele avondopenstelling houdt in dat een winkel structureel gebruik kan maken van een ontheffing. De ontheffing regelt een verruiming van de openingstijden zoals deze zijn opgenomen in de algemene vrijstelling. Voorwaarden voor deze ontheffing zijn verder opgenomen in artikel 4 van de verordening. Voorzieningen, zoals standplaatsen, maken geen aanspraak op een structurele avondopenstelling.
Artikel 2. Algemene vrijstelling
Winkeliers mogen elke dag hun winkel openen tussen 06.00 en 22.00 uur. Uitzondering hierop is 4 mei, dan moet de winkel om 19.00 uur sluiten in verband met de Dodenherdenking.
De verboden zoals genoemd in artikel 2 van de Winkeltijdenwet, gelden niet voor standplaatsen of markten die onderdeel uitmaken van een evenement. De algemene uitzondering voor deze standplaatsen of markten maakt dat er voor de openingstijden wordt aangesloten bij de tijden uit de evenementenvergunning. Hierdoor is het vragen van een aparte ontheffing op grond van deze verordening niet meer nodig.
Artikel 3. Ontheffing incidentele avondopenstelling
Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing verlenen voor een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard. Om hiervoor in aanmerking te komen moet er sprake zijn van een incidentele of eenmalige gelegenheid waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. Een ontheffing voor een incidentele avondopenstelling kan bijvoorbeeld aangevraagd worden voor een jubileum of een verkoopactie.
De ontheffing kan onder andere worden geweigerd ten behoeve van de openbare orde, veiligheid en de woon- en leefsituatie.
Artikel 4. Ontheffing structurele avondopenstelling
Het college van burgemeester en wethouders kan structurele ontheffingen verlenen voor avondwinkels. Deze ontheffing wordt in principe voor onbepaalde tijd verleend. De verruimde openingstijden zijn van zondag tot en met donderdag tot maximaal 23.00 uur, en op vrijdag en zaterdag tot maximaal 02.00 uur. Met deze tijden wordt rekening gehouden met de omgeving waarin de winkels met een structurele ontheffing gevestigd zijn, zodat de eventuele (geluids)overlast en vervoersbewegingen beperkt zijn tot een bepaald tijdstip. Ook wordt met de keuze van een openingstijd tot 2.00 uur op vrijdag en zaterdag voorkomen dat er alcohol gekocht kan worden terwijl er geen toelating meer is tot de horeca in Velsen.
Een ontheffing wordt toegekend aan een specifieke locatie en persoon. Bij bedrijfsovername of verhuizing dient er een nieuwe aanvraag te worden ingediend.
Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
Artikel 5. Weigeringsgronden ontheffing
In dit artikel staat beschreven welke situaties zich kunnen voordoen waardoor een ontheffingsaanvraag wordt afgewezen. Een incidentele ontheffing kan worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid en/of de woon- en leefsituatie in de directe omgeving. Voor structurele ontheffingen gelden aanvullende weigeringsgronden om het risico op overlast in de omgeving van de winkel te minimaliseren, deze worden hieronder toegelicht.
De winkel ligt niet in een winkelgebied lid 2 (onder b)
Er kan alleen een ontheffing worden verleend als de winkel in een winkelgebied zoals aangewezen in de Regionale detailhandelsvisie IJmond is gelegen. Omdat in winkelgebieden enige vorm van hinder acceptabel verwacht mag worden, is het wenselijk om winkels met een ontheffing te vestigen in een winkelgebied. Daarnaast kan in deze gebieden ook makkelijker toezicht worden gehouden dan midden in een woonwijk.
De winkel mag uitsluitend levensmiddelen verkopen (met uitzondering van sterke drank) lid 2 (onder c)
Een winkel met structurele ontheffing mag uitsluitend levensmiddelen verkopen. Verkoop van sterke drank is niet toegestaan in een winkel waar een structurele ontheffing voor is verleend. Er moet immers een slijterijvergunning aanwezig zijn voor de verkoop van sterk alcoholische drank.
De inrichting heeft een slijterijvergunning (onder d)
Wanneer een inrichting al een slijterijvergunning heeft, wordt er geen structurele ontheffing verleend. Dit vanuit oogpunt van gezondheid en om te voorkomen dat sterke drank op ruimere openingstijden kan worden gekocht. Deze bepaling is ook opgenomen om te voorkomen dat er eventueel overlast wordt veroorzaakt door sterke drank gebruik buiten op straat.
Er wordt gelegenheid geboden voor het ter plekke nuttigen van eten en drinken (onder e)
De inrichting mag geen gelegenheid geven voor het direct consumeren van eten of drinken. Om hier gelegenheid toe te bieden is een exploitatie- of Alcoholwetvergunning benodigd met de daarbij behorende regels. Horecazaken vallen niet onder de Winkeltijdenwet.
De winkel verkoopt uitsluitend eten en drinken voor directe consumptie (onder f)
Winkels die slechts eten en drinken voor directe consumptie verkopen, en dus geen gelegenheid hebben om ter plaatse eten of drinken te nuttigen, maken geen aanspraak op een structurele ontheffing. Dit is opgenomen omdat afhaal- en bezorgzaken vele vervoersbewegingen met zich meebrengen. Het is vanwege overlast niet wenselijk dat deze vervoersbewegingen tot later dan 22.00 uur plaatsvinden.
De winkel is in strijd met het omgevingsplan of voorbereidingsbesluit (onder g)
Ruimtelijk wordt in een omgevingsplan geregeld welk gebruik waar kan en mag plaatsvinden. Als een winkel ruimtelijk niet is toegestaan, is een winkel met structurele ontheffing daar ook niet toegestaan.
De exploitant of leidinggevende is jonger dan 21 jaar (onder h)
De exploitant of leidinggevende moet minimaal 21 jaar oud zijn. Gelet op de ruime openingstijden in de nachtelijke uren is het wenselijk dat een leidinggevende ten minste 21 jaar oud is. Er wordt hierbij aangesloten bij de regelgeving over leidinggevenden in de APV en Alcoholwet.
Slecht levensgedrag (onder i)
Exploitanten en leidinggevenden hebben een belangrijke verantwoordelijkheid voor het woon- en leefklimaat in de omgeving van de onderneming en de openbare orde en veiligheid. Zij dienen verstoringen van de openbare orde, zoals overlast, criminaliteit, geweld en alcoholmisbruik (en andersoortige verdovende middelen) te voorkomen en te beperken. Daarnaast zijn zij verantwoordelijk voor (de veiligheid van) hun personeel, bezoekers en de directe omgeving van de avondwinkel en voor het signaleren en melden van overlast.
Daarom geldt dat exploitanten en leidinggevenden ‘niet in enig opzicht van slecht levensgedrag’ mogen zijn. Bij de invulling hiervan heeft de burgemeester beoordelingsruimte. Per geval moet hij onderbouwen welke feiten of omstandigheden van belang zijn bij de beoordeling van dit criterium. Het moet hierbij gaan om feiten of omstandigheden die relevant zijn voor de exploitatie van een avondwinkel.
Toepassing van de toets op levensgedrag is een preventieve toets om risico’s voor de openbare orde en veiligheid en/of het goede woon- en leefklimaat te beperken. Slecht levensgedrag is een (zelfstandige) grond om de ontheffing te weigeren of in te trekken, te weigeren om leidinggevenden of beheerders bij te schrijven op de ontheffing of om extra voorwaarden aan de vergunning te verbinden. Deze toets vindt in ieder geval plaats bij de aanvraag of wijziging van een ontheffing. Daarnaast kan de burgemeester dit op ieder moment doen dat hij dit nodig vindt gelet op artikel 8.
De burgemeester maakt bij de beoordeling van slecht levensgedrag in ieder geval gebruik van de volgende informatiebronnen:
- Informatie van de politie.
- Het Justitieel Documentatie Systeem.
- Handhavingsgegevens en overige gegevens waarover de gemeente beschikt.
- Informatie uit een Bibob-toets.
- Informatie uit openbare bronnen.
- Indien noodzakelijk kan de burgemeester via het RIEC informatie uitwisselen met de Nederlandse Arbeidsinspectie, belastingdienst, douane en de IND.
De volgende gedragingen kunnen in ieder geval worden betrokken bij de beoordeling van het levensgedrag:
- Gedragingen die zijn verwoord in processen-verbaal of mutaties van de politie.
- Gedragingen die zijn neergelegd in rapportages van toezichthouders.
- Gedragingen die blijken uit strafrechtelijke procedures.
- Strafrechtelijke veroordelingen, transacties en strafbeschikkingen.
- Zaken waarin het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is verklaard.
- Zaken die zijn geseponeerd.
- Het structureel overtreden van wet- en regelgeving waarvoor bestuursrechtelijke maatregelen, zoals boetes of lasten onder dwangsom/bestuursdwang, kunnen worden opgelegd.
Beoordelingsperiode
Bij de beoordeling van slecht levensgedrag worden in principe alleen feiten die zich hebben voorgedaan in de periode van vijf jaar voorafgaand aan het besluit meegenomen in de beoordeling. Zo wordt voorkomen dat strafbare feiten een leidinggevende tot in lengte der dagen achtervolgen terwijl hij zijn leven al lang gebeterd heeft. Dit geldt niet voor informatie van de Belastingdienst en overige fiscale feiten. Daarbij wordt gekeken naar de aard en de omvang van de informatie en of sprake is van een patroon om te beoordelen of dit relevant is op de toets op levensgedrag. De periode waarin een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of voorlopige hechtenis is ondergaan telt niet mee. De peildatum voor het vaststellen van de periode van vijf jaar betreft de datum van het primaire besluit. Deze lijn volgt uit de jurisprudentie.
Als in de afgelopen vijf jaar wel feiten en omstandigheden zijn aangetroffen, dan is mogelijk sprake van een patroon en kan de burgemeester bij zijn beoordeling wel feiten en omstandigheden meenemen van een periode langer dan vijf jaar geleden. Deze feiten en omstandigheden zijn echter niet meer voldoende om zelfstandig tot weigering dan wel intrekking te leiden.
Type feiten
Er is sprake van gedragingen die naar hun aard en ernst de vrees rechtvaardigen dat de aanwezigheid van de exploitant of leidinggevende - als verantwoordelijke voor de exploitatie van het bedrijf - een bedreiging vormt voor de openbare orde, veiligheid of de kwaliteit van het woon- en leefklimaat in de buurt. Ook kan rekening worden gehouden met gedragingen die op zichzelf niet als ernstig worden beschouwd maar die in samenhang met andere gedragingen een bepaald gedragspatroon opleveren dat voormelde vrees rechtvaardigt.
De omstandigheid of er een sanctie is opgelegd en de zwaarte van deze sanctie.
Het is niet vereist dat er een sanctie is opgelegd om een feit mee te kunnen nemen in de beoordeling van het levensgedrag. Bij een sepot kan het feitencomplex informatie bevatten over de houding en het gedrag van de exploitant, de leidinggevende of beheerder die relevant is voor de toets op het levensgedrag. Het delict zelf zal niet worden meegenomen in de beoordeling, maar relevante informatie over houding en gedrag wel. Een dergelijk feitencomplex zal op zichzelf staand geen weigeringsgrond opleveren.
Artikel 6. Wijziging leidinggevende
Wanneer er sprake is van een wijziging of toevoeging van leidinggevenden in het bedrijf, moet dit door de houder van de ontheffing worden gemeld aan de gemeente. De nieuwe leidinggevende moet voldoen aan de eisen zoals deze in artikel 5 van de verordening zijn beschreven.
Artikel 7. Beslistermijn
De beslistermijn voor een ontheffing bedraagt 8 weken. Het college mag deze termijn eenmalig met 8 weken verdagen.
Daarnaast is het onwenselijk om de ontheffing van rechtswege te verlenen, zonder dat er een inhoudelijke toets van de aanvraag heeft plaatsgevonden. De ontheffing beoogt immers ook de openbare orde te beschermen. Een lex silencio positivo (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is hier dan ook niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang, zoals de openbare orde en volksgezondheid. Paragraaf 4.1.3.3. Awb wordt daarom in het derde lid niet van toepassing verklaard.
Artikel 8. Intrekken of wijzigen van ontheffingen
In dit artikel zijn de situaties opgenomen waarin het college de ontheffing kan intrekken of wijzigen.
Artikel 9. Nadere regels
In dit artikel wordt bepaald dat de burgemeester nadere regels kan vaststellen voor de ontheffingen, als dit nodig is voor de openbare orde, het woon- en leefklimaat, de veiligheid, de zedelijkheid of de gezondheid.
Artikel 10. Toezicht
Het toezicht op de naleving van de verordening wordt gehandhaafd door toezichthouders die zijn aangewezen door burgemeester en wethouders alsmede de in het artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren.
Artikel 11. Strafbepalingen
Het is wenselijk om een strafbepaling op te nemen, zodat direct handhavend opgetreden kan worden indien een toezichthouder constateert dat een winkel buiten de algemene openingstijden geopend is voor publiek zonder benodigde ontheffing.
Artikel 12. Overgangsbepaling
Ontheffingen die zijn verleend op grond van de Verordening winkeltijden Velsen 2010, worden gelijkgesteld met ontheffingen op grond van de Verordening winkeltijden Velsen 2025.
Artikel 13. Inwerkingtreding
De verordening zal worden bekend gemaakt op de wettelijk voorgeschreven wijze. De verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.
Artikel 14. Citeertitel
Om deze verordening te citeren, wordt ‘Verordening winkeltijden Velsen 2025’ gebruikt.