Gedragscode B en W

Bestuurders willen en moeten zich integer gedragen en zich hierover verantwoorden. Een groot deel van de artikelen in een gedragscode voor bestuurders gaat over een juiste  besluitvorming.

Naast deze regels staan in de  gedragscodes voor bestuurders ook artikelen die betrekking hebben op:

  • de omgang met vergoedingen en middelen
  • de omgang met informatie
  • de onderlinge omgang.

Besluitvorming en onwenselijke beïnvloeding

Besluitvorming kan op twee manieren worden aangetast:

  1. Door belangenverstrengeling. Hierbij heeft een bestuurder zijn invloed op het besluitvormingsproces en/of zijn stem gebruikt om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisatie) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.
  2. Door corruptie heeft een bestuurder zijn invloed op het besluitvormingsproces en/of zijn stem laten kopen of beïnvloeden. Dit kan door geld, goederen of diensten die hem door anderen zijn gegeven of in het vooruitzicht zijn gesteld.

Vertrouwen in de politiek

Bestuurders voorkomen niet alleen corruptie en belangenverstrengeling, maar doen ook hun uiterste best de schijn ervan te vermijden. Op die manier behouden zij het vertrouwen van de inwoners in de politiek. Dit vertrouwen is een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van de democratie, de rechtstaat en de gehele overheid.

De gedragscodes