Bewegwijzering

Bewegwijzering bestaat uit 3 onderdelen

  1. Hoofdroutebewegwijzering. Vanaf het hoofdroutenetwerk buiten onze gemeente wordt het verkeer naar de kernen of de bedrijventerreinen verwezen via de gemeentelijke hoofdroutes.
  2. Objectbewegwijzering. Deze vorm van bewegwijzering moet zorgen voor verwijzing naar specifieke objecten binnen de kernen. Deze vorm van bewegwijzering leggen we uit in onderstaande tekst.
  3. Bedrijventerreinbewegwijzering. Deze vorm van bewegwijzering zorgt voor verwijzing naar bedrijven op de verschillende bedrijventerreinen. Het initiatief en de financiering dient van de bedrijven te komen. Uiteraard dienen eventuele initiatieven te worden overlegd met de gemeente.

Objectbewegwijzering

Sinds 2003 zijn criteria vastgesteld voor objectbewegwijzering. Deze criteria zijn destijds opgesteld op basis van een ANWB-lijst van objecten die voor opname in objectbewegwijzering in aanmerking konden komen. Belangrijk uitgangspunt daarbij was dat objectbewegwijzering primair bedoeld is voor bezoekers, niet voor de lokale bevolking (die zijn immers veelal bekend met hun omgeving). De objectbewegwijzering start op het punt waar de hoofdroutebewegwijzering ophoudt. Meestal is dit vanaf de komgrens. Een aantal objecten wordt meegenomen met de hoofdroutebewegwijzering tot binnen de bebouwde kom.

De gehanteerde criteria, waarbij staat aangegeven welke objecten in principe niet worden bewegwijzerd

  • Overheidsinstellingen met publieksfunctie. Niet: instellingen met bezoek op afspraak
  • Sportcomplexen (voor wedstrijdsport) Niet: individuele verenigingen
  • Zorginstellingen met regionale functie. Niet: zorginstellingen met lokale functie
  • Begraafplaatsen en stations
  • Culturele en recreatieve objecten. Niet: bioscopen, landgoederen, speeltuinen, kinderboerderijen
  • Commerciële objecten met toeristisch belang en bezoekers van buiten. Niet: restaurants, cafés, partycentra, bedrijven zonder toeristisch belang

Uitzondering is gemaakt om de volgende 2 groepen te bedienen

  1. Toeristen die op zoek zijn naar een overnachtingsmogelijkheid. De 5 hotels in IJmuiden worden op de Stationsweg als geheel ( op 1 bord met hotel-pictogram en de tekst ‘Hotels’) via de Kanaaldijk verwezen, waar vandaan verdere verwijzing plaatsvindt. De beide campings worden apart genoemd (verschillende richting).
  2. Het relatief grote aantal bezoekers, veelal van buiten de gemeente, dat meerdere keren per week in korte tijd verwezen moet worden naar de parkeerplaats op de Minister van Houtenlaan, zoals bezoekers van de Stadsschouwburg en bezoekers van stadion Schoonenberg.

Alternatieven

Objecten die niet in aanmerking komen voor bewegwijzering kunnen gebruik maken van lichtmastreclame en reclame op de infopanelen of op plattegronden die op diverse locaties in de gemeente staan. Daarnaast wordt het belang van goede route-informatie op websites, brochures en dergelijke onderstreept.

Vormgeving

De objectbewegwijzering wordt uitgevoerd door de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBd).

Gezien de vele objecten in IJmuiden wordt hier, overeenkomstig de bewegwijzering in het Spaarnwoudegebied, gebruik gemaakt van een R-systeem (recreatieve route systeem). Hierbij worden bezoekers die via de hoofdroute het gebied binnenrijden (in dit geval de Stationsweg) eerst door middel van R-nummers (R-101, R-102 en R-103) verwezen naar een route op het onderliggend wegennet. Vervolgens worden op de verschillende (onderliggende) routes de individuele objecten verwezen. Het is immers onmogelijk om alle objecten reeds op de hoofdroute te benoemen. Uitzonderingen zijn wel mogelijk, maar het aantal verwezen objecten moet zeer beperkt zijn gezien het feit dat ook op de hoofdrouteborden al veel informatie staat. Want, hoe meer borden des te lager de attentiewaarde.