Armoedevisie

Armoede en schulden (kunnen) leiden tot sociale uitsluiting en dat willen we voorkomen. Gemeente Velsen ziet het als haar missie om iedereen een perspectief te bieden om mee te kunnen doen aan de samenleving. In de Armoedevisie wordt omschreven hoe wij, met samenwerkingspartners, armoede en schulden aan gaan pakken.

De samenvatting uiteengezet

Een grote groep Velsenaren leeft in armoede en het is de afgelopen jaren niet gelukt om dit op te lossen. In 2019 is de armoedemonitor voor Velsen uitgebracht en daaruit blijkt dat ruim 5.000 inwoners, waaronder zo’n 1.200 kinderen in Velsen in armoede leven. Zij doen een  groot beroep op voorzieningen zoals jeugdhulp en Wmo. Ruim twee derde van de minimahuishoudens leeft zelfs langdurig in armoede. 

Het armoedepercentage voor Velsen ligt met 7,4 procent onder het landelijk gemiddelde. De wijken Zee- en Duinwijk, IJmuiden en Velsen-Noord hebben een hoger armoedepercentage dan het landelijke gemiddelde. In deze wijken groeien ook veel kinderen op in armoede. Het percentage kinderarmoede ligt in een aantal wijken ver boven het landelijk gemiddelde. 

Het werkelijk aantal mensen dat in armoede leeft, ligt waarschijnlijk nog hoger. Werkende armen zijn een groeiende groep die maar moeilijk in beeld is te brengen. Zij hebben betaald werk, maar hebben onvoldoende van de economische groei (tot voor COVID-19) kunnen profiteren en worstelen om het hoofd boven water te houden. Dit met de alsmaar stijgende (vaste) lasten en het ontbreken van financiële buffers (en als gevolg van de Coronacrisis raakt deze groep inwoners nog verder achterop). Verder blijkt dat we een uitgebreid pakket aan
inkomensondersteunende maatregelen hebben, maar dat het gebruik hiervan kan verbeteren. Ook kunnen de regelingen beter afgestemd worden op de behoeften van onze inwoners om uit armoede te komen.

Hoofdconclusie: Met de huidige aanpak zijn goede stappen gezet, maar is nog onvoldoende duurzaam resultaat behaald. 

Terugkijkend kunnen we onze aanpak van armoede en schulden van de afgelopen jaren omschrijven als symptoombestrijding. De inzet was gericht op het pakket inkomensondersteunende maatregelen en het beheersen van de kosten. De uitgaven voor bijzondere bijstand zijn met deze maatregelen redelijk stabiel gebleven, maar de armoede is niet bestreden. 

Met de huidige aanpak worden inwoners ondersteund, maar wordt onvoldoende duurzaam  resultaat behaald (geen structurele uitstroom). Bij ruim twee derde van de minimahuishoudens is sprake van langdurige minima en in een aantal wijken is het aantal inwoners dat in  armoede leeft bovengemiddeld hoog. In deze wijken groeien veel kinderen op in armoede en zij hebben beperkte kansen om daaraan te ontsnappen. Doordat we niet aan de voorkant van problemen komen en armoede dus niet structureel aanpakken, is het risico op het overerven van armoede aanzienlijk. En daarmee houden we armoede in stand en bestaat de kans dat het probleem groter wordt. De focus moet meer liggen op het voorkómen van armoede en schulden en het centraal stellen van onze inwoners (en niet de regelingen).  alleen daarmee kan meer resultaat worden behaald. Er is niet één oplossing, maar er is maatwerk nodig waarbij verschillende instrumenten worden ingezet die elkaar versterken. 

Hier komt in 2020 nog een crisissituatie bovenop waarbij veel sectoren worden geraakt en de economie ineens tot stilstand is gekomen. Veel laagbetaalde banen in de horeca en uitzendsector verdwijnen, zzp’ers zien hun opdrachten verdampen en onvermijdelijk zullen er bedrijven zijn die het niet redden. Er is alle reden om te verwachten dat hierdoor meer inwoners te maken krijgen met inkomensverlies en mogelijk schulden als gevolg.

Gemeenten hebben van oudsher een taak in  armoedebestrijding binnen onze verzorgingsstaat. De Participatiewet (Pw), de Wet op de gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en de transitie in het Sociale Domein geven gemeenten handvatten om inwoners te laten meedoen aan de samenleving. Op basis van de Wgs moeten gemeenten eens per vier jaar een plan voor schuldhulpverlening maken. Het huidige plan voor schuldhulpverlening loopt dit jaar af en moet een vervolg krijgen. Daarnaast is in het raadsakkoord 2018-2022 de opgave opgenomen voor het maken van een integrale aanpak van armoede en schulden. Beiden zijn aanleiding voor het maken van deze armoedevisie.

Armoede en schulden (kunnen) leiden tot sociale uitsluiting en dat willen we voorkomen. Wij zien het daarom als onze missie om iedereen een perspectief te bieden om mee te kunnen doen aan de samenleving. We wachten niet af, maar gaan actief naar onze inwoners toe om hen te steunen.

Onze missie

‘Alle Velsenaren gelijke kansen’

Onze visie

‘Anders kijken naar armoede’ was de titel van ons seminar in 2019.

Anders kijken

Anders kijken is anders werken. Hiervoor is een kanteling van onze werkwijze nodig. We sluiten aan op het perspectief van de Velsenaar. Dat doen we door onze inwoners centraal te stellen en uit te gaan van een realistische verwachting. Daarbij stellen we ons telkens de vraag: Is het ‘doenlijk’ voor onze inwoners?

Omdat armoede vaak het gevolg is van een complex aan problemen en niet zozeer één oorzaak heeft. Problemen die elkaar ook nog eens versterken. Ergens ging het mis: inkomensverlies door het overlijden van de partner en het verdriet dat het met zich meebracht en daardoor onvoldoende aandacht hebben voor de financiën, baanverlies maar wel de vaste lasten die maandelijks terugkomen. Betalingsachterstanden kunnen snel ontstaan. 

Omdat vanuit de theorie van de schaarste bekend is dat schaarste van invloed is op het menselijk gedrag. (Geld) gebrek gaat gepaard met een focus op de korte termijn. Er ontstaat tunnelvisie; de aandacht voor zaken die op de lange termijn van belang zijn, worden verwaarloosd, onderschat of verdrongen. Te weinig geld leidt onontkoombaar tot verkeerde beslissingen die op de lange termijn gevolgen met zich meebrengen.

Omdat het niet alleen een probleem is van de betrokkene zelf. Het raakt ons allemaal, de samenleving als geheel. Anders kijken naar armoede is onze visie waaraan we samen met onze partners en inwoners willen werken.

Vijf hoofddoelen

De pijlers zijn uitgewerkt in vijf hoofddoelen. Deze doelen worden hieronder nader toegelicht. In het uitvoeringsprogramma worden per doel de lopende en nieuwe acties beschreven.

In de afgelopen 5 tot 10 jaar is steeds meer het besef gekomen dat armoede en schulden niet altijd een keuze zijn. Zelden ontstaan schulden door één gebeurtenis alleen. Naast gedrag als belangrijke factor, spelen ook de complexer wordende samenleving en stijgende kosten van levensonderhoud een rol. Ook heeft onderzoek aangetoond dat de (mate van) zelfredzaamheid van mensen, in het bijzonder in stresssituaties zoals armoede en schulden, wordt overschat. Effectieve schuldhulpverlening moet al deze factoren in ogenschouw nemen. In Velsen verschuift de focus van symptoombestrijding naar het daadwerkelijk op zoek gaan naar de oorzaken van het gedrag en deze aan te pakken. Op zoek naar de sleutel(s) om de situatie structureel te veranderen. Onze werkwijze moet daarvoor kantelen en hiervoor is een andere ‘mindset’ en ‘sense of urgency’ nodig want de huidige aanpak heeft armoede niet structureel opgelost, maar in stand gehouden. Onderzocht wordt welke aanpak het beste aansluit bij de wensen en de behoeften van onze inwoners. We kijken daarbij naar werkwijzen die elders worden beproefd zoals de ervaringen met Mobility Mentoring® en stress sensitieve dienstverlening. Schuldhulpverlening is een wettelijke taak van gemeente.

De uitgangspunten die we hiervoor hanteren zijn:

  • Schuldhulpverlening is toegankelijk voor alle inwoners van Velsen.
  • Inwoners dragen verantwoordelijkheid in het voorkomen en oplossen van schulden
    • In schuldhulpverlening houden we rekening met de wijze waarop gebrek aan geld het gedrag beïnvloedt, of kan beïnvloeden.
    • Niet iedereen is in dezelfde mate zelfredzaam. We streven naar balans tussen zelfredzaamheid (aan de ene kant) en (aan de andere kant) de inzet die we als gemeente voor deze persoon plegen.
  • Schuldhulpverlening wordt integraal uitgevoerd. De Participatiewet (Pw), minimaregelingen e.d. worden integraal meegenomen. Maatwerk is hierbij het adagium.
  • Nazorg is een belangrijk onderdeel om terugval te voorkomen en een duurzaam resultaat van de schuldhulpverlening te bereiken.

De armoedemonitor laat zien dat ruim vijfduizend inwoners leven in een huishouden met een laag inkomen. Niet iedereen met een laag inkomen kan met dit onderzoek in beeld worden gebracht, het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk hoger. Bekend is ook dat inwoners pas laat aan de bel trekken bij schuldhulpverlening, de gemiddelde schuld bedraagt dan al € 43.000 met gemiddeld veertien schuldeisers. Meer dan voorheen richten we onze inzet op het eerder in beeld krijgen van financiële belemmeringen om erger te voorkomen. In de huidige aanpak wachten we het initiatief van inwoners af om hulp te zoeken. Onbekendheid met hulp, niet beschikken over vaardigheden om hulp te zoeken/te vragen of schaamte spelen een rol bij het stellen van de hulpvraag. Ook weten we vanuit de wetenschap, dat de executieve functie (het gedeelte van de hersenen dat nodig is voor het stellen van doelen en om in actie komen) van mensen onder druk staat waardoor zij moeilijk zelf de eerste stap naar hulp zetten. Daarom gaan we actief naar inwoners toe om hulp en steun te bieden, verstevigen we het aanbod met laagdrempelige hulp en zetten we in om het taboe op armoede te doorbreken (onder andere uitwerken in een communicatieplan).

Het begrip maatwerk is hét sleutelbegrip in de aanpak van armoede en schulden. Maatwerk omschrijven we als de oplossing die passend is binnen de specifieke context van de inwoner. Het inzetten van inkomensondersteunende maatregelen is maatwerk.

De uitgangspunten voor inkomensondersteuning zijn:

  • Gelijkheidsbeginsel; gelijke gevallen gelijk behandelen en ongelijke gevallen ongelijk naar de mate van ongelijkheid;
  • Maatschappelijke winst staat centraal: er is een toegevoegde waarde voor de cliënt en de samenleving;
  • Inkomensondersteuning moet zo tijdelijk mogelijk zijn en staat daarom in het teken van financiële weerbaarheid;
  • Handelen in de geest van de wet (niet naar de letter);
  • De eigen verantwoordelijkheid van de cliënt en passend bij zijn/haar situatie.

We hanteren hierbij het eerdergenoemde realistische perspectief. Heel concreet kan dit in enkele situaties bijvoorbeeld ook betekenen dat inkomensondersteuning niet tijdelijk is.

De aanpak van armoede vraagt om maatwerk. Geen enkele situatie is hetzelfde en zodoende is er ook niet één eenvoudige oplossing. Er gelden vele (algemene) regels die soms niet precies de maatwerkoplossing kunnen bieden of helemaal geen soelaas bieden. Creativiteit, innovatie en het denken buiten de gebaande paden is daarom van belang in het vinden van de oplossing. Wij willen een klimaat creëren waarin professionals, in- en extern, ruimte hebben en voelen om naar passende oplossingen te zoeken. Ook als dat soms betekent dat grenzen opgezocht moeten worden. Dit is te rechtvaardigen door het belang van de cliënt centraal te stellen en waarbij een duurzame oplossing wordt nagestreefd. Velsen heeft een uitgebreid pakket aan inkomens-ondersteunende maatregelen, maar het gebruik ervan kan verbeteren. De regelingen kunnen beter afgestemd worden op de behoeften van onze inwoners om uit armoede te komen. Daarom wordt het pakket in zijn geheel bekeken en in balans gebracht.

Kinderen die in een huishouden opgroeien met (langdurig) beperkte financiële middelen hebben geen gelijke kansen. Zij lopen een risico op financieel ongezond gedrag in de toekomst, maar ook op de korte termijn lopen zij achterstanden op. Denk aan de leerprestaties op school, risico’s om gepest te worden, criminaliteit, sociale uitsluiting doordat ze niet kunnen deelnemen aan schoolreisjes, sport of niet kunnen trakteren bij hun verjaardag. Kinderen hebben geen invloed op de (financiële) situatie van hun ouders en mogen daarvan ook niet de dupe worden.

Het doel is alle kinderen in Velsen gelijke kansen te bieden om gelijkwaardig mee te kunnen doen, zich te kunnen ontwikkelen en om overerving van armoede tegen te gaan. Kinderen worden gesteund door (tij­delijke) inkomensondersteunende maatregelen voor hun ouders ten behoeve van het kind of de kinderen. We gaan het pakket kind-regelingen verbeteren door het aanbod te optimaliseren. Ook worden de regelin­gen meer toegankelijk; vereenvoudigen aanvragen, laagdrempelig en mogelijk digitaliseren. We streven naar een (minima- of stads-) pas waarop alle kind-regelingen staan. Daarnaast wordt de aanpak van armoede, waarbij kinderen zijn betrokken, vanuit de gezinssituatie duurzaam aangepakt. De totale ge­zinssituatie betrekken we bij de aanpak. We zullen vindingrijk moeten zijn om structurele oplossingen te vinden.

Armoede en schulden kan de gemeente niet alleen oplossen. We hebben onze samenwerkingspartners, cliënten en inwoners nodig om een effectieve aanpak van armoede en schulden te kunnen ontwikkelen. Dit vraagt om intensivering van de huidige (samenwerkings-) verbanden en om inzet en betrokkenheid van iedereen. We zetten voor de duur van twee jaar een armoederegisseur in die dit proces aanjaagt.

We verstevigen de samenwerking met lokale en regionale partners voor werk en re-integratie. Dit draagt bij aan het steunen van onze inwoners naar een betaalde baan en om deze ook te behouden. Samen proberen we de route naar werk om uit armoede te komen aantrekkelijk te maken (goede arbeidsvoorwaarden, steun vanuit minimaregelingen e.d.). Het is een gezamenlijke missie om armoede en schulden aan te pakken. Idealiter sluiten we met verschillende samenwerkingspartners één pact tegen armoede in Velsen.

Voor het maken van deze visie is een participatie-traject doorlopen. Met verschillende in- en externe partners is gesproken over het thema armoede en schulden en er is een seminar voor alle betrokken professionals georganiseerd. Er is onderzoek gedaan en we spraken een groep inwoners tijdens huiskamergesprekken. Ook is in verschillende sessies met de gemeenteraad gesproken.

Feiten en cijfers

Diverse rapportages en jaarverslagen zijn betrokken bij de aanpak. Een onderzoeksbureau bracht de situatie in Velsen in beeld in een armoedemonitor en een inkomenseffectrapportage.

In bijlage 1 van de visie is het uitvoeringsprogramma opgenomen. Het programma beschrijft een integrale aanpak van maatregelen die elkaar versterken en elkaar nodig hebben. Per doel worden de maatregelen uitgewerkt en gefaseerd. Hierbij is gekeken naar een logische opvolging van maatregelen zodat ze elkaar versterken.

Prioriteit wordt gegeven aan de kanteling van onze werkwijze door de andere kijk op armoede vorm te geven, omdat dit de basis is voor onze nieuwe aanpak en waarop andere maatregelen volgen. In het uitvoeringsprogramma is de planning van maatregelen en de monitoring opgenomen. Het uitvoeringsprogramma is dynamisch. Dat wil zeggen dat we in de loop van de jaren het programma kunnen bijsturen en nieuwe ontwikkelingen kunnen meenemen als dit een verbetering is voor de uitvoering van onze missie en visie.

Vragen

Heeft u vragen? Neem dan contact op via armoederegisseur@velsen.nl
Persvragen graag sturen naar communicatie@velsen.nl